Vive le camino! Aflevering 6.
Stalplaats Anglès in het departement Tarn. Daar had je het al!
Met als voorteken die laatste titel, die al bijna even schaamteloos lijkt overgenomen uit Game of Thrones als Rembrandts De Nachtwacht, weet je dat vandaag wel eens kan uitdraaien op een hachelijke onderneming. En wat voor een.
Aanvankelijk verloopt alles nochtans rustig en vredig. Zoals wel vaker tegenwoordig loopt Yves deze ochtend rustig (echt overdreven) door het maanverlichte bos, een baguette en stukje kaas verorberend, op zoek naar de uitgang.
Tot er geen kruimel meer overblijft en hij - waarom is nog steeds een raadsel - een rietstengel langs de weg wil plukken en bijna zijn hand opensnijdt omdat het niet naar verwachting meegeeft. En hij denkt dit is toch onmogelijk en probeert opnieuw en hij snijdt zichzelf deze keer wel degelijk, want dat ding zit getverdekke - pardon his French - in de grond gebeiteld.
En terwijl hij zoekt naar een zakdoek ziet hij nog net vanuit zijn ooghoek een druppel bloed afglijden van zijn hand en de lucht doorklieven. Op het moment dat de donkerrode bel uiteenspat op het grind, doemt er een vuurrode plakkaat op in zijn andere ooghoek.
Het gebied dat hij nu zal betreden is privé-terrein en met aandrang wordt voorzichtigheid gevraagd. Wat er verder staat, iets van chasse, begrijpt hij niet. Dat hoeft ook niet. Het belangrijkste is dat hij gewaarschuwd is. Bedoelt men met voorzichtig dat hij die bloeddruppel niet op de grond mag achterlaten? Dat klinkt al te absurd. Hij is alweer enige stappen gevorderd en hij heeft nooit graag op zijn stappen teruggekeerd. De afgelopen dagen al helemaal niet.
Dus hij slentert verder, tot zo ongeveer een half uur later en vijftien meter verder een luide Pang! weerklinkt. Een geweerschot, van zo dichtbij afgevuurd dat hij instinctief bukt - toegegeven, bang ineenkrimpt. Door de brute verplaatsingen van rugzak en luchtdruk verliest hij zijn evenwicht, struikelt en tuimelt om eindelijk tot stilstand te komen tegen een rietstengel. Op zijn rug met de benen in de nek. En hij denkt eraan te blijven liggen want schouders en voeten kunnen best leven met deze situatie. Tot hij opschrikt van een nieuw geweerschot, gevolgd door hondengeblaf. Geblaf dat snel dichterbij komt. Hij voelt een pijnscheut onder zijn knie en ziet hoe liters bloed in het wilde weg spuiten, maar hij heeft geen tijd om te voelen of te zien. Of zijn rugzak af te nemen. Hij moet daar weg. Een stel kraaiende kraaien duikt onder voor een bende gierende gieren en hij kruipt weg, op handen en voeten, verbaasd vaststellend dat dit vooralsnog zijn vlotste verplaatsing is op de camino. Daarmee is het gevaar helaas niet geweken. Ook hoefgetrappel ontwaart hij nu! Ruiters te paard! In gedachten ziet hij zichzelf al vertrappeld worden als plots voor hem een ree de weg verspert. Of is het een hert? Reebok? Puma, os of gnoe? Want hij kent niks van de natuur, behalve schoenmerken en kruiswoordpuzzeltermen. Het maakt niet uit, want hij of zij komt dichterbij, slaat zijn of haar vleugels uit, smijt hem met zijn of haar slurf op de rug en vliegt hem naar de veilige haven Boissezon. En je noemt hem of haar voortaan Dappere Vriend.
Sommige scènes zijn gedramatiseerd maar het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten. Er was een geweerschot. En geblaf van een hond. Of een hert.
En mama: dit is een absurde schrijfoefening hé. Dat was geen echt bloed.
Reactie plaatsen
Reacties