Vive le camino! Aflevering 45.
Gisteren ben ik door een diep dal gegaan. Dat van de groene schaduwrijke vallei van de Rio Valcarce. Om half zeven vertrokken, amper klimwerk en pas om half elf ingehaald door de zon. 20 km lang geen druppel zweet verloren. Een unicum. Misschien was ik ook volledig uitgezweet na twee dagen en nachten van lopen, zitten en liggen bakken. Hoe ik later uit dat dal ben gekropen, dat is een minder droog verhaal.
Het was nog eens een volle dag puur genieten. Er hing iets levendigs in de lucht, die vochtiger was, lichter woog en frisser geurde. Het had wat van een bos op een regenachtige herfstochtend, maar dan omhuld met zomerse droogte.
De wandeling herinnerde me aan de begindagen in Frankrijk. Autoluw, natuurpracht, geïsoleerde dorpjes en bergpassen. Zo raakt de cirkel stilaan rond.
Ook het vliegticket is ondertussen geboekt. Een enkele rit met een dubbel gevoel. Natuurlijk ben ik blij met het vooruitzicht van thuiskomen. Anderzijds voelen de resterende dagen aan als een afscheidstournee. Wegwijzers duiken onder de 120 km, de laatste dorpen op de folder van in Puenta la Reina naderen, de oversteek van Castilla y Léon naar Galicië is een feit, en elke pelgrim praat bijna uitsluitend over Santiago en Finisterre, letterlijk het einde van de wereld.
Afscheid nemen is zelden leuk. Zeker niet zo: elke stap die ik nu zet doet deze heerlijke heldere droom beetje bij beetje vervagen.
Reactie plaatsen
Reacties