Dag 32

Vive le camino! Aflevering 32.

Schaarse lichtpuntjes.

In het vervallen heuveldorpje Unduès de Lerda ontwaakte ik in een kraterlandschap onder een volle maan belicht door de drijvende zon op een schijnbare zee aan de horizon.

Een uur later kleurde de lucht in alle mogelijke blauwtinten met een ongekende helderheid en onzichtbare overgangen. Het wit van opgesteven toefjes wolken contrasteerde scherp met het hemelblauw. Of dat volgens de regels van de complementaire kleurenleer is had Van Gogh mij in geuren en kleuren kunnen vertellen.

Vanaf die middag begon een vermoeiende zoektocht naar onderdak waardoor ik zelfs mijn reisboekje te buiten moest gaan. De afwijkende route leidde me via de kloof van Lumbiers: een canyon als broedplaats van vale gieren met een vleugelspanwijdte groter dan ikzelf. Indrukwekkend hoe die boven je hoofd cirkelen. De kloof bevindt zich tussen twee vroegere spoortunnels in de rotsen, waarin - eindelijk - mijn zaklamp nodig was. Was het achteraf bekeken de moeite waard om er 31 dagen mee te sleuren? Absoluut niet. Een schrale troost dan? Nee, zo voelde het eigenlijk niet. Ga ik er nog veel van genieten nu ik weet dat dat dynamo-aangedreven ding verrassend goed werkt? Ook dat betwijfel ik. Laat het ons gewoon een lichtpuntje noemen.

Nog een lichtpunt de afgelopen dagen was de afzondering op die afwijkende route en ook na de aansluiting.

Laat ons verder geen woorden vuil maken aan het hotel in Lumbiers, de aanhoudende regenval en de vele kilometers over autowegen die sinds de oversteek van de Pyreneeën nooit ver weg zijn geweest.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.